Filmmaker Kelly-Qian van Binsbergen: ‘Ik ben als baby afgestaan, dat draag ik altijd bij me’

Kelly-Qian van Binsbergen in De Afhaalchinees.

Kelly-Qian van Binsbergen in De Afhaalchinees.

Beeld Omroep Zwart

Interview

Docuserie Haar film over adoptie haalde het leven van Kelly-Qian van Binsbergen overhoop. „Pas toen ik al die andere geadopteerden interviewde, kwam ik erachter: ik ben dus niet gek.”

Eigenlijk was het de bedoeling van tv-maker Kelly-Qian van Binsbergen om een „leuke, gezellige film” te maken over hoe het is om een Zeeuws-Vlaamse vrouw te zijn met een Chinees gezicht. In de spiegel kijken en een gezicht zien dat niet bij jou past. Hoe de jongens ‘Ni hao!’ naar je roepen. Het moest gaan over racisme: „Dat ik met mijn Aziatische uiterlijk ook een plek verdien hier. Ik wilde mijn Nederlanderschap opeisen. Ik was actief heel erg Nederlands aan het zijn.”

Maar het liep anders, in haar onderzoek naar adoptie ontdekte Van Binsbergen (31) zoveel problemen dat het een vierdelige documentaireserie werd over adoptie in al zijn facetten, De Afhaalchinees, te zien bij Omroep Zwart. Nu eens niet met de nadruk op wat er misgaat in de landen van herkomst, maar op het wangedrag van de Nederlandse instanties.

Haar eigen leven werd door de film overhoop gehaald. Ze wilde hem maken als neutrale journalist. Ja, ze was geadopteerd, maar dat was voor haar nooit een probleem geweest. Haar eigen verhaal was daarom te saai voor een documentaire, meende ze. „Ik dacht altijd: wat heb ik met adoptie? Met China? Ik heb mijn leven hier, mijn vrienden, ik heb gestudeerd, werk lekker bij de televisie.” Oké, ze worstelde al jaren met depressies, maar dat had niets te maken met haar adoptie. Toch? „Wist ik veel. Ik herinner me gevoelens als: ‘waar hoor ik bij?’ Maar dat zijn existentiële vragen die je niet zomaar aan je bestie stelt.”

Zwijgzame Zeeuw

„Het klinkt echt mega-stom hoor”, zegt ze, „maar ik besefte pas bij de tweede aflevering dat dit over mij ging. Toen pas dacht ik: Oh, kut, ik ben ook geadopteerd. En dat is best wel fucked up.” Dat lijkt een wonderlijk laat besef; als rode draad door de serie lopen de gesprekken met haar vader, een zwijgzame Zeeuw die nooit diep over de consequenties van adoptie heeft nagedacht. Die gesprekken waren toch erg persoonlijk? Dan was toch al duidelijk dat het over haar eigen adoptie ging? „Ja, maar ik dacht dat ik daar als interviewer zat, ik bezag het afstandelijk, dacht ik, door een cameralens.”

Het begon na een lezing van de Amerikaanse onderzoeker Brian Stuy bij stichting Adoptiepedia in Breda. Die vertelde over de Chinese kinderhandel in de jaren negentig, voortkomend uit de harde handhaving van de éénkindspolitiek. Om de herkomst van kinderen uit te wissen, kregen ze vervalste papieren mee. Van Binsbergen liep duizelend naar buiten. „De vloer werd onder mijn voeten vandaan getrokken. Er kwam een enorm verdriet los waarvan ik niet wist dat ik het had. Toen ben ik eens gaan googelen: zou het soms iets met adoptie zijn?” Toen ze haar eigen papieren erbij pakte, bleek tot haar ontzetting dat de datum waarop ze op straat gevonden zou zijn, geantedateerd was. Vermoedelijk is ze door de Chinese overheid gedwongen bij haar ouders weggehaald. Van Binsbergen: „Ik ben toch ook gewoon een afhaalchinees? Ik ben toch door het luikje meegegeven? De vervalste papieren werden nagezonden. Sambal bij?”

Eigenlijk wilde Kelly-Qian van Binsbergen een film maken over hoe het is om een Zeeuws-Vlaamse vrouw te zijn met een Chinees gezicht.
Beeld Omroep Zwart

Ook het beeld van haar jeugd in Nederland ging op de schop. De kinderbescherming controleert of aspirant-ouders geschikt zijn voor adoptie. Maar dat blijkt niet zo grondig te gaan. De onderzoeker bij Van Binsbergens ouders had bewust genegeerd dat ze een seksshop en een pornobioscoop hadden. Tijdens het filmen ontdekte Van Binsbergen dat haar overleden moeder een drankprobleem had. Je ziet in de film het besef indalen wanneer haar vader vertelt hoe hij de vele verstopte drankflessen probeerde op te sporen. „Mijn moeder bracht me dronken naar school, ze liet mij vallen terwijl ik achter op de fiets zat. Maar voor mij was dat normaal, ik had nooit door dat ze dronken was. Nog steeds kan ik pas zien of iemand dronken is als hij omvalt.”

Even genoeg trauma’s

Ondanks de zware onderwerpen heeft de serie een luchtige toon. Dat komt door de speelse animaties van Studio Yoko. En door de snelle, levendige montage, die het verhaal bijvoorbeeld steeds stilzet, terug- en vooruitspoelt. Monteren deed ze zelf, samen met ‘knipmeester’ Vincent Manuhuwa. „We wilden een Flow-erig design: knip- en plakwerk, vrolijk, lief, net als het vrouwenblad Flow. Ik ben zelf animator en editor. De documentaire is dus vooral op de montagetafel gemaakt.”

En dan die depressies. Haar eenzaamheid, het onvermogen om getroost te kunnen worden. „Pas toen ik al die andere geadopteerden interviewde, kwam ik erachter: ik ben dus niet gek. Iedereen heeft het.” Ze herinnert zich nog het moment van vervreemding toen ze voor het eerst de brugklas in liep: „Waarom ben ik hier? Mag ik hier wel zijn?” Ze werd op school gepest. „Door mijn Aziatische uiterlijk, ja. Maar ook gewoon omdat ik dat meisje uit de seksshop was, met die dronken moeder. Er mocht niemand bij me komen spelen.” Nu pas legt ze het verband tussen depressies en adoptie: „Ik ben als baby afgestaan, dat draag ik altijd bij me.”

In de derde aflevering vertelt een Chinese onderzoeker dat ze vermoedelijk broers of zusters heeft. Doorgaans is zo’n opmerking het begin van een zoektocht in het geboorteland. Maar Van Binsbergen kapt het af. „Als documentairemaker had ik natuurlijk moeten doorvragen. Maar ik wil het niet weten. Als ik iets over mijn geschiedenis te weten kom, is het hoogstwaarschijnlijk negatief. Stel dat ik mijn ouders zou vinden, wat moet ik dan met twee Chinese mensen die ik niet kan verstaan?” Het is wel even genoeg geweest met de trauma’s, vindt ze. Misschien volgend jaar of zo. „Het voelt alsof ik de Hobbit heb gelezen en nog aan de Lord of the Rings moet beginnen.”

De Afhaalchinees is te zien op NPO Start. Slot dinsdag op NPO3.